- kop
- {{kop}}{{/term}}1 [deel van het dierlijk lichaam] head2 [hoofd] 〈ongemarkeerd〉 head ⇒ nut3 [verstand] head ⇒ brain4 [bovenste/voorste/uiterste gedeelte] head ⇒ top5 [drinkgerei] cup ⇒ mug6 [krantenkop] headline ⇒ heading7 [afbeelding; iets met de gedaante van een kop] head8 [persoon] head9 [audio, video] head♦voorbeelden:1 〈figuurlijk〉 er zit kop noch staart aan • you can't make head or tail of it2 〈figuurlijk〉 met kop en schouders uitsteken boven • stand out/be head and shoulders abovekop dicht! • shut up!〈figuurlijk〉 een houten kop hebben • have a hangover, have a thick headeen kale kop • a bald headzij is een kop kleiner dan hij • she's a head shorter than he iseen mooie kop met haar • a beautiful head of haireen rooie kop krijgen • go red, flushhou je kop! • shut up!, shut your trap!〈figuurlijk〉 dat zal me de kop niet kosten • it's not going to kill mehij had zichzelf wel voor zijn kop kunnen slaan • he could have kicked himselfde koppen bij elkaar steken • put our/their 〈enz.〉heads together〈figuurlijk〉 de kop in het zand steken • bury one's head in the sandkop op! • chin/cheer up!〈figuurlijk〉 met de kop tegen de muur lopen • bang one's head against a (brick) wall〈figuurlijk〉 zich niet op zijn kop laten zitten • not let oneself be bullied〈figuurlijk〉 iemand op zijn kop geven • give someone what for〈figuurlijk〉 op zijn kop krijgen • get a good scolding/telling-offje krijgt het niet al ga je op je kop staan • you're not going to get it no matter what you do〈figuurlijk〉 zich over de kop werken • work oneself to deathzich voor de kop schieten • blow one's brains outzij kreeg een kop als vuur • she turned as red as a beetroot3 iets doen met een dronken kop • do something while (one is) drunkdat is een knappe kop • he is a smart fellowmet een kwaaie kop weglopen • leave in a huffiemand aan zijn kop zeuren • nag someonehij heeft het nu eenmaal in zijn kop • he has taken it into his head4 de koppen van de golven • the crests of the wavesde kop van Overijssel • the north of Overijsselde kop van een spijker/hamer • the head of a nail/hammerde kop van een stoet/het peloton • the head of a procession/the platoon〈sport〉 de kop nemen • take the lead, go into the lead〈figuurlijk〉 het hele huis staat op zijn kop • the whole house has been turned upside down〈figuurlijk〉 de zaal stond op zijn kop • it brought the house downop zijn kop staan • be topsy-turvy/upside down〈scheepvaart〉 met de kop op de wind gaan liggen • turn with its head to the wind〈sport〉 op kop liggen • be in the leadover de kop gaan/slaan • overturn, somersault〈figuurlijk〉 over de kop gaan • go broke, fold5 een kop koffie • a cup of coffeeeen kop en schotel • a cup and saucer6 grote/vette koppen • big/bold headlines7 kop of munt • heads or tailsmet een kop erop • 〈maat〉 heaped; 〈bier〉 with a head8 de kop van een pijp • the bowl of a pipede koppen tellen • count heads¶ iets de kop indrukken • crush somethingeen gerucht de kop indrukken • 〈ook〉 squash/scotch a rumourde kop opsteken • surface, crop upde griep steekt weer de kop op • the flu is rearing its (ugly) head againiets op de kop (weten te) tikken • (manage to) pick something up, (manage to) get hold of something/come by somethinghet is vijf uur op de kop af • it is exactly five o'clock
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.